,

Waarom doen we dit eigenlijk?

Toen ik gisteren de Albert Hein binnenwandelde werd ik geconfronteerd met een ongewone en onverwachte situatie. Ik mocht er nog niet in. Gedwee volgde ik alle aanwijzingen op die mij door een vriendelijke medewerker werden medegedeeld. Ik moest onder andere nog even achter een streep wachten voordat ik naar binnen kon. Alhoewel ik goed denk te begrijpen waarom dit allemaal is, doet de situatie waar we met z’n allen in verkeren erg surrealistisch aan. Dat is vooral voelbaar als ik me even in het openbare leven begeef. Ik verwacht ieder moment dat er iemand van ‘Candid Camera’ tevoorschijn komt om te zeggen dat het allemaal maar een grap is. Dat blijkt dat alle omstanders in het complot zitten… Niets is minder waar, ook deze keer werd ik niet wakker gemaakt uit deze vreemde droom. Na mijn bezoek aan de Appie vroeg ik mij af hoe het toch komt dat iedereen, inclusief ikzelf, zo braaf meewerkt… Naast mijn boodschappen had ik dus ook meteen wat ‘food for thought’.

Waarom gehoorzamen zoveel mensen aan de maatregelen die ons door de overheid zijn opgelegd? Hoe komt het dat de meesten van ons zich netjes aan de gedragregels houden, thuis blijven en hoopvol afwachten totdat het 6 april is? Laten we eerlijk zijn. De opdracht om ons sociaal te onthouden is zwaar. Een paar dagen gaat nog wel. Maar een week, een maand…? Dit druist zo tegen onze menselijke natuur in. Daarnaast is het gebrek aan bewegingsvrijheid, de ontwrichting van het dagelijkse leven en de mogelijke economische schade die we lijden een moeilijk te accepteren realiteit. Sommigen komen hierdoor acuut in grote financiële problemen en ervaren veel stress.

En toch. De meesten van ons doen wat van hen gevraagd wordt. Natuurlijk spelen hierbij allerlei psychologische mechanismen een rol. Zo is er de angst om geliefden te besmetten of zelf besmet te worden door het virus. Je loopt sinds een paar dagen kans een boete te krijgen als je de 1,5 meter regel niet naleeft of in het openbaar met te veel mensen samen bent. Ook de berichten in het nieuws en de filmpjes over de schrijnende situaties in de ziekenhuizen in ons land en op andere plekken in de wereld, maken indruk. Onze impulsen om lekker naar buiten te gaan en elkaar op te zoeken worden hierdoor zeker afgeremd. De belofte van de overheid om mensen en bedrijven financieel te steunen helpt ook om de grootste onrust te smoren.

En toch. De offers die we brengen zijn ongekend. Binnen ‘no time’ is onze samenleving compleet veranderd. Wie had tot voor kort kunnen bedenken dat we elkaar geen handen meer zouden schudden? Alle evenementen zijn afgelast, in ieder geval tot 1 juni. Veel winkels en horecagelegenheden zijn gesloten. Tegengeluid mag er gelukkig zijn en zet ons aan het denken. Zo wordt er door weldenkende mensen beweerd dat de oplossing waar nu voor is gekozen nog veel grotere problemen zal veroorzaken als gevolg van het economische ravijn waar we in dreigen te duiken. Ook blijft het ongewis hoe lang deze situatie nog gaat duren. Wanneer kunnen we weer normaal gaan leven? Is dit echt houdbaar? Zet je de coronacijfers in perspectief dan is er ook reden om de gevolgen enigszins te relativeren in vergelijking met andere menselijke drama’s. Met dit in het achterhoofd lopen veel mensen, gelet op hun leeftijd en hun algehele gezondheid, nauwelijks risico om ten onder te gaan aan het virus.

En toch. Ook zij houden zich voor het merendeel aan de door de overheid opgelegde instructies. Waarom zijn we bereid een aanzienlijk deel van onze persoonlijke vrijheid in te leveren? Mijn vermoeden is dat we dit doen omdat we ergens weten dat het samenleven ook voordelen oplevert. Juist in crisistijd voel je dat je samen bent en elkaar nodig hebt. Om hier met elkaar goed uit te kunnen komen hebben we stabiel gezag nodig. Zonder autoriteit zouden we deze situatie naar alle waarschijnlijkheid niet kunnen hanteren, alle kleinschalige prachtige bottom-up initiatieven ten spijt. Ondanks mijn kritische geest en mijn bedenkingen over deze specifieke aanpak, ondanks het grote economische nadeel dat mijn gezin de komende maanden zal lijden, is dit gegeven voor mij de belangrijkste reden om mij zo goed en zo kwaad als het kan, te houden aan wat de overheidsinstanties mij hebben opgedragen. Juist onder deze omstandigheden zou het waanzin zijn om door te gaan met het meer van hetzelfde leven. Het gevaar zit hem wat mij betreft niet alleen in de verdere verspreiding van het coronavirus maar vooral in de mogelijke ontwrichting van een samenleving die ons allemaal, als het goed is, erg dierbaar is én ons ook bescherming en goede zorg oplevert. Laat mij deze blog afsluiten met een quote van Albert Einstein die mij na aan het hart ligt:

A human being is a part of the whole called by us “the universe”, a part limited in time and space. He experiences himself, his thoughts and feelings, as something separate from the rest – a kind of optical delusion of consciousness. This delusion is a kind of prison for us, restricting us to our personal desires and affection for a few persons nearest to us. Our task must be to free ourselves from this prison by widening the circle of understanding and compassion to embrace all living creatures and the whole of nature in its beauty.