, ,

Ik ben druk dus ik besta

Wij mensen leven vooruit. We moeten namelijk ergens mee bezig zijn. Wat ik wel eens denk te zien is dat velen maar wat doen om iets te doen te hebben. Dat geldt regelmatig ook voor mijzelf. Meestal kom ik hier pas achter als de dag voorbij is. Ik ben dan in een bezigheid verdwaald geraakt. Ik kom er dan bijvoorbeeld achter dat ik niet heb gedaan wat ik mij had voorgenomen. Meestal zijn dat dan de dingen die nog wel even kunnen wachten. Het geeft me met regelmaat een ongemakkelijk gevoel. Zodra er een appèl wordt gedaan op iets in mij waar ik blijkbaar onvoldoende controle over heb, lijk ik plotseling te vergeten wat die dag belangrijk voor mij was, wat ik echt wilde of misschien wel had moeten doen.

Gelukkig heb ik iedere dag een nieuwe kans om passende keuzes te maken. Het lukt me over het algemeen best aardig om een aantal dingen die ik belangrijk vind en waarvan ik weet dat ze goed voor mij en anderen zijn, te integreren in mijn leven. Ik heb wellicht makkelijk praten. Er zijn slechts een paar mensen waar ik rekening mee moet houden. Na turbulente periodes zijn er meestal als vanzelf ook periodes waarin ik op adem kan komen.

In sommige organisaties is dat anders en is er sprake van een collectieve hyperarousal. Zo heb ik de afgelopen tijd regelmatig met mensen te maken gehad die niet anders weten dan dat hun dagen compleet anders lopen dan gepland. Niet één of twee dagen maar eigenlijk altijd. Als ik er op doorvraag dan blijkt dat het voor de meeste mensen in hun omgeving waarschijnlijk ook zo is. Behalve als ze ziek zijn of een weekje op vakantie. Blijkbaar gaat alles dan wel gewoon door.

Veelal wordt de collectieve waan genormaliseerd. Zo gaat het hier nu eenmaal. “Je moet hier niet gaan werken als je behoefte hebt aan structuur en overzicht”. Als ik vraag of het daardoor allemaal ook goed gaat is het antwoord meestal ‘nee’. Heel veel tijd gaat zitten in het blussen van brandjes die wellicht voorkomen hadden kunnen worden. Er wordt geschoten op alles wat beweegt. De aandacht gaat vooral naar dat wat zich spontaan voordoet. Natuurlijk heeft deze manier van werken z’n keerzijde. De meeste mensen erkennen het ruiterlijk. Er is bijvoorbeeld weinig oog voor elkaar. Iedereen is in dit type samenwerkingen vooral op zichzelf aangewezen.

Het grote voordeel van dit soort dynamieken is dat het vraagstuk van de effectiviteit naar de achtergrond verdwijnt. Je bent in zekere zin altijd effectief als je maar een hoop werk verzet en niet te veel extra gedoe veroorzaakt. Het wordt bijvoorbeeld niet altijd geapprecieerd als je kritisch bent op hoe het gaat. Want daarmee vergroot je het gevoel van machteloosheid en onrust.

Chronische drukte is in zekere zin vooral een camouflage act in een context waar het al lang niet meer gaat om de bedoeling. Daarmee bedoel ik niet dat mensen elkaar bewust voor de gek houden of spelletjes spelen. Nee, ze kunnen niet anders dan hollen. De schade die ontstaat wordt opgelost met meer van hetzelfde. Je zal mij niet horen zeggen dat er niets goeds gebeurt. Ook ben ik er van overtuigd dat de meeste mensen het beste willen maar ik twijfel wel of het ergens goed voor is. Daarmee doel ik vooral op de vraag of het effectief is.

Voor de duidelijkheid: onder effectiviteit versta ik of je collectief in staat bent om aan de wensen en verwachtingen te voldoen van de mensen voor wie je het doet. Daarnaast: ben je in staat om te leren en te verbeteren in de samenwerking? En als derde criterium is het belangrijk dat mensen een bepaalde mate van welzijn ervaren. Wordt je een beetje blij van het werk dat je doet?

In veel organisaties en teams lijkt het vooral te gaan om het leveren van prestaties. Daarbij is de strategie van de drukte in mijn ogen wat eenzijdig. Maar ook op die manier is het mogelijk om aan eisen en verwachtingen te voldoen. Wat ik waarneem in deze op het oog hyper energieke omgevingen is dat er niet geleerd wordt en menselijk welzijn en zingeving er eigenlijk niet meer toe doet. Het geluk zit vooral in de kick en niet op het niveau van collectieve betekenisgeving. Op korte termijn fijn, op lange termijn pijn.

Wellicht kun je vandaag met jezelf (en eventueel met elkaar) een interessant experiment aangaan.

Het is heel simpel: bedenk één ding waar je vandaag echt mee bezig wilt zijn. Het moet iets zijn wat belangrijk voor je is en liefst ook betekenisvol voor een ander én te maken met werk. Probeer zo concreet mogelijk te definiëren wat je gedaan wilt hebben. Neem aan het einde van de dag heel even de tijd en stel jezelf de vraag of je ook effectief bent geweest. Is het gelukt, ben je tevreden met het resultaat? Wat heb je geleerd? Wat zou je de volgende keer anders doen? En niet bepaald onbelangrijk: was het een plezierige dag? Ben je tevreden?

Hopelijk is één van je conclusies dat je niet per sé heel druk hoeft te zijn om jezelf goed te voelen.